Dinsdag 6 april 2010

Gepubliceerd op 23 september 2018 om 11:50

Wakker worden in Invercargill. Een behoorlijk grote plaats zo te zien, het motregent een beetje als we wegrijden richting Dunedin. We nemen vandaag de Southern Scenic Route door de "Catlins", een landelijk gebied langs de zuid-oost kust van het zuidereiland. Al gauw trekt de lucht open en zien we steeds meer blauw. Het landschap doet een beetje denken aan Limburg, maar dan aan zee. Verderop komen we ook nog regenwoud tegen, en verder allerlei mooie baaien, kliffen, watervallen en getijde-gebied. Heel veel wegen in dit gebied zijn nog niet geasfalteerd, hetgeen resulteert in een camper die met modder bedekt is aan het eind van de dag.. De eerste stop is aan Waipapa Point waar een eenzaame vuurtoren de stranden bewaakt.

Het is weer alsof we alleen op de wereld zijn in dit gebied. Zo heel af en toe kom je eens iemand tegen, maar ook dit strand hadden we weer helemaal voor onszelf. De enige andere bewoner was een eenzame zeeleeuw, de eerste die we hier zien. Wel al heel veel furseals gezien maar nog geen sealion, dus dat was wel erg leuk. Zo maar ineens, vlakbij in de duinen lag hij lekker lui te wezen..

We rijden verder naar Curio Bay. Bijzonder zijn hier de versteende bossen. Op het rots-strand zijn duidelijk de afdrukken te zien van het bos dat hier 170 miljoen (!) jaar geleden groeide. Er heerste toen een subtropisch klimaat. Waarschijnlijk zijn de bomen geveld door een vulkaanuitbarsting. Resten van de stammen, takken en stronken zijn hier nog in fossiele vorm aanwezig. Heel vreemd, om duidelijk waarneembaar allerlei stukken boom in versteende vorm te zien liggen... Op de hoek van Curio Bay staan de golven echt op de rotsen te beuken, om uren naar te kijken!

De rest van de Catlins lonkt echter en we rijden door naar de volgende stop; Purakaunui Falls, pittoreske watervallen in het regenwoud.
Allerlaatste stop langs deze scenic route wordt Nugget Point, waar een vuurtoren hoog op een klif staat. Je kunt het eerste stuk over wederom een gravelroad omhoog rijden, en dan het laatste stuk, tot bij de vuurtoren zelf, lopen. Er is hier heel veel dierenleven, waaronder een pelsrobben kolonie, een broedplaats voor witte lepelaars, Jan van Genten, en last but not least geeloogpinguins.
En eindelijk krijgen we dan toch nog weer pinguins te zien. Er loopt een paadje naar beneden, naar een soort van vogelhut waarvandaan je het strand kunt 'bespieden'. Het loopt al tegen vijven en dan komen de pinguins weer aan land. We zien er drie, een ongelofelijk mooi gezicht zo in het wild. Dit zijn geeloog-pinguins, een stuk groter dan de blauwoog-pinguins die we aan de noordkust op zee hebben zien zwemmen.
Na dit oneindig mooie gebied rijden we naar Balclutha, hier vlakbij, voor de nacht. Morgen weer een dag!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb