13 mei 2012

Gepubliceerd op 23 september 2018 om 14:32

Wederom een vroege start, het was ondanks de airco redelijk warm in de camper. De dag begonnen met een ontbijtje, en daarna een paar baantjes zwemmen in het zwembad bij de camping. Vanwege de enorme hitte hebben we onze wandeling in de Sanddunes niet uitgevoerd, we hadden er allebei geen puf in. De route die ons uit Death Valley voert is schitterend, eerst een enorme klim van zeeniveau tot op een pashoogte van 1500 meter, zonder een haarspeldbocht… kaarsrechte wegen zo omhoog. Advies langs de weg is hier de airco uit te zetten om oververhitting van de motor te voorkomen. Ook heel opbeurend is het radiatorwater dat hier om de halve mijl in een tankwagen staat opgesteld. De Ford Heavy Duty motor houdt het echter prima.

Hierna volgt een lange afdaling en dan nog een pashoogte over waarna je het National Park verlaat en ook weer via een nieuwe lange afdaling in Owens Valley terecht komt. Hier zie je de pieken van de Sierra Nevada, waar onder andere het Yosemite National Park deel van uitmaken. De hoogste top in Californie is meteen de hoogste van het USA “laagland”, de 4419 meter hoge Mount Whitney maar doet niet veel onder voor de andere pieken, allemaal boven de 4000 meter en nog met sneeuw bedekt. We maken een stop bij Owens Lake, een zoutmeer waar nog zout gewonnen wordt. Er is ook een piepklein stadje bij, maar dat is meer een spookstad geworden, compleet met vergane camping.

We vervolgen de route door het dal met mooie uitzichten aan alle kanten. Plaatsjes als Lone Pine en Bishop kruisen ons pad (waar zelfs een E Line street is..).

We picnicken in een bos met enorme hoge sparren (het ruikt er heerlijk) en verwonderen ons erover dat we nu midden in de bossen zitten, en in de bergen hier ski-paradijzen (Mammoth Lakes onder andere) liggen, dat de weg pas enkele weken sneeuwvrij is, en dat op een uur of twee rijden van de woestijn in Death Valley. Uiteindelijk bereiken we het gehucht Lee Vining, waar de Tioga Pass route begint, waar we morgen overheen trekken naar Yosemite. De pas is sinds 7 mei open, en dat is een record want normaal gesproken is deze pas ergens in juni sneeuwvrij. Een mazzeltje voor ons, want het scheelt ons vele miles omrijden via het zuiden. De Sierra Nevada zijn verder tot aan hier nergens te doorkruisen van oost naar west.. Bij Lee Vining ligt in de buurt een ghosttown, Bodie, waar we naar toe willen, we vinden echter uit dat dit stadje slechts tot drie uur ‘s middags te bezoeken is, en het is al half drie, dus dat stellen we tot morgen uit. We stoppen eerst aan de noordkant van Mono Lake, een wederom zoutwater meer (overblijfsel van de vroegere zee hier) waarin “Tufas” voorkomen.

Dit zijn kalkvormen die zijn ontstaan door chemische reacties van het vroeger hoger staande zout water en uit de bodem oprijzend zoet water. Het meer is 700.000 jaar oud en is overigens sterk geslonken de laatste 100 jaar omdat het deels voor de watervoorziening van zuid Californie werd gebruikt. Sinds 1994 echter is men erin geslaagd dit een halt toe te roepen. Het is een bizar gezicht, zoutafzettingen aan de oevers, en overal de kalkstenen kolommen aan de rand van, maar ook midden in het water.

Overwinterende vogels doen zich hier te goed aan zoutwater garnalen. We maken nog een stop en een wandeling aan de zuidkant, waar we nog veel meer Tufas zien en zoeken een camping op in Lee Vining, een gehucht aan de rand van het meer. Morgen eerst naar Bodie, en dan richting Yosemite National Park.

Grtz Eline & Wim

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb